Bao buns (vaak simpelweg “bao” genoemd) zijn gestoomde broodjes van gistdeeg, meestal gevuld met hartige of zoete ingrediënten. Het deeg bestaat meestal uit tarwemeel, water of melk, suiker, gist en soms olie of bakpoeder. Door het stomen krijgt het broodje een zachte, luchtige textuur: de buitenkant is glad en de binnenkant licht en bijna kussenachtig volgens beschrijvingen.
De oorsprong van deze broodjes ligt in de Chinese keuken: de term ‘baozi’ verwijst naar gevulde broodjes in de Chinese traditie. Maar tegenwoordig zie je ze in allerlei varianten, met vullingen die verder gaan dan de klassieke varkensvulling. Het mooie is dat de basis vrij neutraal is, waardoor hij zich makkelijk laat combineren met verschillende smaken.
Als je geen zin hebt om ze helemaal zelf te maken, kun je bao buns kopen in gespecialiseerde winkels, Aziatische supermarkten of soms in de vriezersectie van grotere supermarkten. Omdat de populariteit toeneemt, is het aanbod ook groter geworden. Je kunt kiezen voor kant-en-klaar gestoomd of ingevroren broodjes die je alleen nog hoeft op te warmen of verder te bereiden.
Wanneer je ze koopt let dan op de kwaliteit van het deeg (zacht, geen harde korst, geen onaangename geur) en op de vulling. Soms is de vulling meer bewerkt of bevat die ingrediënten die je minder gewend bent — handig om even de verpakkingsinformatie te checken. En als je koopt om direct op te eten: warm ze op zoals aangegeven zodat de textuur optimaal is.
Het voordeel van kopen: het is snel en je kunt variëren. Het nadeel: zelfgemaakte versies hebben vaak nét iets meer luchtigheid of eigen karakter. Als je eenmaal een goede vries- of gekoelde variant vindt, kun je ook experimenteren met vullingen of toppings (zoals frisse groenten, pittige saus) om ze iets meer ‘jouw smaak’ te geven.
Als je zelf de keuken induikt is het leuk om te ervaren hoe het deeg rijst, hoe het stoomproces werkt en hoe de vulling zich tot iets lekkers vormt. Eerst maak je het deeg: meel, gist, suiker, melk of water, eventueel bakpoeder. Daarna laat je het deeg rijzen, vorm je de broodjes, vul je ze en stoom je ze. Het stomen is heel belangrijk omdat die zachte textuur daardoor ontstaat.
Er zijn wel wat aandachtspunten: kooktemperatuur moet goed zijn, stoommand of stoompan moet voldoende ruimte bieden zodat de broodjes niet tegen elkaar plakken, de deegbal moet voldoende gerezen zijn anders worden ze compact in plaats van fluffy.
Een zelfgemaakte bao bun geeft je die voldoening van iets eigen te maken én je kunt de vulling helemaal zelf kiezen: klassiek varkensvulling, vegetarisch met tofu of tempeh, of iets zoets.
Je zult merken dat wanneer je een warme bao bun opent, je een zacht deeg en een vrij rijke vulling tegenkomt. Het contrast tussen het luchtige deeg en de smaakvolle vulling maakt het aangenaam om te eten. Ondanks dat ze populair zijn geworden in streetfood-scènes, blijft hun charme dat ze relatief eenvoudig zijn qua basis en toch veelzijdig in toepassing.
Verder werkt het als een soort hand-snack of als onderdeel van een maaltijd: je kunt er meerdere serveren, elk met een andere vulling, wat zorgt voor variatie zonder dat je telkens een heel nieuw gerecht moet maken. Door hun gestoomde aard zijn ze ook wat lichter dan een gefrituurd broodje, al hangt dat natuurlijk ook af van de vulling.
Als je wat meer tijd hebt, kun je echt uitpakken met bijzondere vullingen of toppings. Denk aan gepocheerd varkensbuikje, gebakken tofu, of een frisse salade-vulling. Je kunt de broodjes vooraf maken en bewaren of zelfs invriezen. Een tip is om ze na stomen in te vriezen en later opnieuw te stomen of op te warmen, zodat de textuur zoveel mogelijk behouden blijft. Zo kun je bij een etentje meerdere varianten aanbieden zonder last-minute stress.
Ingrediënten
Voor de vulling:
Bereiding
Met dit recept heb je een mooie basis waar je daarna zelf mee kunt variëren: denk aan andere vullingen, toppings of een vegetarische variant. Veel plezier ermee!