Voordat je begint met bakken, is het goed om de varkenshaas op kamertemperatuur te laten komen. Zo gaart het vlees gelijkmatiger. Je hoeft het vlees meestal niet te marineren, omdat het van zichzelf al vrij mild van smaak is, maar een beetje zout en peper doet wonderen. Sommige koks kiezen ervoor om de varkenshaas licht in te smeren met olie, wat helpt om een mooie korst te krijgen.
Een goed voorverwarmde pan is belangrijk. Kies bij voorkeur voor een koekenpan met een dikke bodem of een gietijzeren pan. Door het vlees op hoog vuur dicht te schroeien, krijg je een krokant korstje dat de sappen binnenhoudt. Leg de varkenshaas in de hete pan en bak het zonder te bewegen enkele minuten aan elke kant. Afhankelijk van de dikte duurt dit meestal zo’n vier tot vijf minuten per kant.
Na het dichtschroeien kun je de pan van het vuur halen en de varkenshaas laten rusten. Het rusten is een stap die je niet mag overslaan. Het zorgt ervoor dat het vlees de sappen weer opneemt, waardoor het malser blijft als je het aansnijdt. Het rusten hoeft niet lang te zijn; vijf tot tien minuten is voldoende.
Varkenshaas is van nature mals, maar het droogt snel uit als je het te lang bakt. Daarom is het belangrijk om de kerntemperatuur in de gaten te houden. Een kerntemperatuur van ongeveer 62 tot 65 graden Celsius zorgt ervoor dat het vlees net gaar is en nog sappig blijft. Door een vleesthermometer te gebruiken, weet je zeker dat je het niet te lang bakt.
Gebruik je geen thermometer, dan kun je de varkenshaas na het dichtschroeien even in de oven verder garen op ongeveer 160 graden Celsius. Zo krijg je meer controle over het gaarproces. Let er ook op dat je het vlees niet helemaal gaar bakt tot ver boven de 70 graden, want dan wordt het droog en taai.
Tijdens het bakken kun je de varkenshaas ook extra smaak geven door bijvoorbeeld een klontje boter toe te voegen, samen met wat knoflook en verse kruiden zoals rozemarijn of tijm. Door de boter over het vlees te lepelen terwijl het bakt, krijgt het een rijkere smaak en een mooi glanzend laagje.
Extra tips:
Na het bakken en rusten kun je de varkenshaas in mooie plakken snijden. Het vlees heeft dan een lichtroze kleur van binnen, wat aangeeft dat het sappig en niet te gaar is. Varkenshaas combineert goed met een breed scala aan bijgerechten, van aardappelpuree tot gegrilde groenten.
Door de eenvoudige bereiding en de milde smaak is varkenshaas ook geschikt voor een uitgebreid diner, maar kan het net zo goed een doordeweekse maaltijd opleuken. Het vraagt weinig tijd en moeite, wat het een fijne optie maakt als je snel iets smakelijks op tafel wilt zetten.
Varkenshaas kan ook op andere manieren bereid worden dan alleen bakken. Hieronder vind je een recept dat je gemakkelijk thuis kunt maken en waarbij de varkenshaas lekker mals blijft.
Ingrediënten
Bereidingswijze
Verwarm de oven voor op 160 graden Celsius. Laat de varkenshaas op kamertemperatuur komen en bestrooi het vlees met zout en peper. Verhit de olijfolie in een koekenpan en schroei de varkenshaas op hoog vuur rondom dicht, ongeveer 4 minuten per kant. Voeg de boter, knoflook en rozemarijn toe aan de pan en lepel de boter regelmatig over het vlees.
Leg de varkenshaas daarna in een ovenschaal en laat het nog ongeveer 10 minuten verder garen in de oven, tot de kerntemperatuur rond de 63 graden is. Haal het vlees uit de oven en laat het vijf minuten rusten voordat je het aansnijdt. Snijd het vlees in plakken en serveer met groenten naar keuze.
Dit recept zorgt voor een smaakvol stuk vlees dat niet droog wordt en mooi mals blijft. Door het gebruik van boter en kruiden krijgt de varkenshaas een subtiele extra smaak zonder dat het te overheersend wordt. Zo kun je zelf makkelijk genieten van een goed bereide maaltijd.