Soep met erwten is al eeuwenoud. Al in de middeleeuwen werden in Nederland gerechten gemaakt waarin erwten of spliterwten centraal stonden. Er is een recept bekend uit circa 1514 waarin erwtenbrij voorkomt, dat in zekere zin verwant is aan wat later erwtensoep of snert werd genoemd.
De traditie van doperwtensoep is wat losser verbonden met old‐style snert: snert is meestal dikker en bevat vlees of spek en wordt vaak beschouwd als winterkost. Doperwtensoep is lichter, vaak groenterijker, en kan zowel warm als koud geserveerd worden.
Doperwtensoep bevat relatief weinig calorieën en toch een behoorlijke hoeveelheid eiwitten, vezels en plantaardige voeding. Zo’n 100 ml kant‐en‐klare soep van een merk kan ongeveer 47 kcal bevatten, met ongeveer 1,8 g vet, 2,7 g eiwit, en bescheiden hoeveelheid koolhydraten.
Een variant met verse doperwten, bouillon en kruiden scoort ook hoog qua vezels, met rond de 10 gram vezels per portie in sommige recepten. Vanwege het hoge gehalte plantaardige vezels en het om te variëren van ingrediënt (vers, diepvries, toevoeging van zuivel of vlees) kan doperwtensoep worden aangepast naar persoonlijke voedingswensen of dieet.
Je kunt doperwtensoep eenvoudig zelf bereiden. De basis bestaat uit doperwten, bouillon en vaak wat aromatische ingrediënten zoals ui, knoflook, en kruiden als munt of dille. Soms wordt room gebruikt voor romigheid. Vers of diepvries gebruiken maakt verschil in smaak en textuur; verse doperwten kunnen iets zoeter zijn en een iets stevigere beet geven.
Extra tips:
Varianten zijn onder meer de soep met bosui en munt, waarin bosuitjes en munt voor frisheid zorgen, of de frisse doperwtensoep met pijnboompitten zoals bij recepten voor diëtisten. Sommige mensen kiezen ervoor om de soep koud te serveren in de zomer, wat een verfrissende optie is.
Doperwtensoep speelt een rol in lokale tradities van huiskoken. De bereidingswijze is vaak eenvoudig, met weinig ingrediënten die relatief goedkoop en beschikbaar zijn. Daardoor is het gerecht toegankelijk.
Ook is er in Nederland aandacht voor traditionele gerechten en hun herkomst; snertkoken bijvoorbeeld is erkend als immaterieel erfgoed. Hoewel doperwtensoep niet precies dezelfde status heeft als snert, ligt het idee van soep koken dat al lang gehouden wordt, dicht bij die traditie.
Er is groeiende interesse in gezondere versies van traditionele soepen. Denk aan soep met minder vet of verzadigd vet, minder zout, met plantaardige alternatieven of met meer groenten. Doperwtensoep leent zich daarvoor.
Ook seizoensproducten en lokaal geteelde groenten winnen aan populariteit; verse doperwten in de zomer worden vaker gepromoot. Daarmee samenhangend wordt geëxperimenteerd met koude soepen of smoothiesoep‐varianten.
Doperwtensoep komt het lekkerst uit als je aandacht besteedt aan verse ingrediënten, de juiste balans in kruiden en niet te lang kookt zodat de doperwten hun kleur en smaak behouden. Gebruik je verse doperwten, blancheer die dan kort; bij diepvries doperwten kan iets langer gekookt worden zonder al te veel smaakverlies.
Garnering of toevoeging: een paar muntblaadjes, wat verse dille, wat room of een scheutje olijfolie kunnen het verschil maken. Serveer de soep bij zacht brood of een lichte salade, zodat de soep centraal blijft staan zonder te zwaar te worden.
Ingrediënten
Bereiding