Niemand lijkt precies te weten wanneer of door wie limoncello is bedacht. Sommige verhalen wijzen naar Sorrento, anderen naar Sicilië of Capri. Er zijn zelfs legendes over een hotelier op Capri, of de oma van Maria Antonia Farace op Isola Azzurra, die het begin zou hebben gemaakt, rond de start van de 20e eeuw. Die mystiek past bij een drank die families al generaties lang doorgeven, met elk hun eigen recept.
Je hebt slechts een paar basisproducten nodig: citroenschil, alcohol, water en suiker. Traditioneel gebruik je sterke alcohol (rond de 96 %) en alleen het gele deel van de schil, omdat het witte gedeelte bitter kan maken. De schillen laat je weken in alcohol. Daarna filter je en meng je suikerwater erbij. Dat is de basis.
De timing is flexibel. In sommige recepten laat je de schillen weken tot drie weken, maar uit Italiaans onderzoek blijkt dat één dag al voldoende is voor de meeste aroma’s; drie dagen halen de rest naar boven. Verfrissender na één dag, meer afgerond na drie. Daarna voeg je de suikersiroop toe, filter je, en laat je de limoncello kort rijpen.
In Italië drink je hem ijskoud, vaak rechtstreeks uit de vriezer, na het eten als digestief. Hij past ook in cocktails zoals spritz met prosecco of tonic. Verwacht geen pittige kruidenlikeur, maar iets fris en lichtzoet. Door het hoge alcohol- en suikergehalte blijft hij lang goed: ongeopend meerdere jaren; eenmaal geopend minstens één tot twee jaar in de koelkast.
Extra tips:
Het mooie van limoncello is dat je het relatief eenvoudig maakt met een paar ingrediënten. Je kunt variëren met hoeveel citroenschillen, suiker en water je gebruikt. Zo kun je zelf bepalen of de limoncello sterker of zoeter is. Het is een vorm van ambachtelijke vrijheid. En doordat je de controle hebt, kun je experimenteren en je eigen draai geven.
Limoncello is een uitnodiging. Natuurlijk, het heeft een lange traditie en onduidelijke oorsprong. Maar jij kunt nu zelf ontdekken hoe je het maakt. Fris, persoonlijk en met die kenmerkende citroensmaak. Bovendien heb je geen dure apparatuur nodig, enkel een pot, wat goede citroenen, alcohol, suiker en water.
Ingrediënten
Bereidingswijze
Eerst was je de citroenen goed. Snijd met een dunschiller alleen het gele deel van de schil en zorg dat er zo min mogelijk wit (het bittere gedeelte) mee komt. Doe de schillen in een goed afsluitbare glazen pot. Giet de alcohol erbij zodat ze volledig onderstaan. Sluit de pot luchtdicht af en zet hem op een donkere, koele plek. Laat dit ten minste één dag trekken; drie dagen kan ook, afhankelijk van hoe rond je de smaak wilt. Na de maceratie filter je de schillen eruit. Verwarm intussen in een pan het water met de suiker tot de suiker oplost (geen kookpunt nodig). Laat de suikersiroop afkoelen. Meng dan de alcoholextract met de siroop. Giet het geheel in een schone fles. Voor de beste smaak kun je hem een dag laten rusten, maar je kunt 'm al best proeven na een paar uur in de vriezer. Bewaar de limoncello afgesloten op een koele, donkere plek of in de vriezer.
Geniet van jouw zelfgemaakte limoncello, precies zo fris als jij dat wil.