Geschiedenis en karakter

De naam flammkuchen (van “Flamme” (vlam) en “Kuchen” (taart)) verwijst naar de manier van bakken: in een hete oven, vaak in de buurt van vuur of gloeiende kolen. Dit gerecht is in de Elzas bekend als tarte flambée, terwijl de Duitse varianten vaak onder de naam flammkuchen of Flammekueche verschijnen. Traditioneel belegt men het met crème fraîche (of soortgelijke zuivel), uienringen en spekblokjes of lardons, zonder al te veel poespas. Door de eenvoud van de ingrediënten en de dunne bodem ontstaat een fijn samenspel van textuur en smaak. De bodem blijft knapperig, de uien garen licht en het vet van de spekjes geeft extra smaak.

Hoewel de klassieke variant prominent blijft, zie je tegenwoordig allerlei variaties met moderne ingrediënten en combinaties. Een dun deeg dat snel bakt, met subtiele toppings die het geheel dragen zonder het te overbelasten.

Hoe werk je met het flammkuchen deeg

Bij flammkuchen maken is de deegkeuze bepalend voor het eindresultaat. Traditioneel gebruikt men een bijna niet-gerezen deeg, soms zelfs geheel zonder gist. Zo blijft de bodem plat en strak. In sommige moderne recepten wordt een kleine hoeveelheid gist of rusttijd toegevoegd om het deeg wat makkelijker uit te rollen te maken zonder dat het volumineus wordt. De basis bestaat doorgaans uit bloem, water, (optioneel) olie en zout.

Bij het uitrollen streef je naar een dikte van een paar millimeter; het is de bedoeling dat het deeg nauwelijks rijst tijdens het bakken. Belangrijk is ook dat je een goed voorverwarmde oven hebt; vaak wordt een temperatuur van 220 tot 250 graden genoemd. Een pizzasteen of hete bakplaat kan helpen om de bodem extra knapperig te krijgen.


Extra tips:


 

Wanneer je flammkuchen deeg gebruikt dat al kant-en-klaar is op rol (zoals in supermarkten), scheelt dit tijd. Sommige recepten gebruiken dit als startpunt en bewerken het verder met hun eigen beleg.

Flammkuchen zalm en andere combinaties

Een populaire twist op de klassieke combinatie is flammkuchen zalm. Dit houdt in dat je gerookte zalm toevoegt aan de klassieke basis van crème fraîche, uien en soms kappertjes of kruiden, na of net vóór het bakken. Bij What’s Cooking vind je een variant waarbij groene asperges en zalmfilet worden gebruikt. De bodem wordt eerst besmeerd met crème fraîche vermengd met knoflook, waarna de groenten en zalm erop gespreid worden. Ook kun je een combinatie maken van zalm met roomkaas, rode ui en kappertjes voor een feestelijke flammkuchen. In andere varianten zie je avocado toegevoegd naast zalm of rucola als frisse topping na het bakken.

Naast visvarianten zie je bij flammkuchen toppings vaker ook combinaties met champignons, asperges, kaas (zoals Gruyère) of plantaardige varianten. De uitdaging is steeds hetzelfde. Niet te zwaar beleggen zodat de bodem niet doorweekt raakt.

Stappenplan voor flammkuchen maken

Voor het bakken verwarm je de oven het liefst voor op een hoge temperatuur (bijvoorbeeld 220 tot 250 graden) zodat de flammkuchen snel bakt en de rand krokant wordt. Terwijl de oven opwarmt, rol je het deeg dun uit op bakpapier of een licht bebloemd werkvlak. Vervolgens smeer je de crème fraîche of roomkaaslaag uit, liefst tot kort bij de rand maar zonder dat de bodem te drassig wordt. Daarna verdeel je je gekozen toppings (uien, spek, zalm, groenten) gelijkmatig over het oppervlak.

Plaats de flammkuchen op de heetste plek in de oven, bij voorkeur op een voorverwarmde steen of bakplaat. De baktijd ligt vaak tussen de 10 en 15 minuten, afhankelijk van de oven en de dikte van het deeg. Tijdens het bakken moet je letten op de rand: hij moet goudbruin zijn maar niet verbranden. Na het bakken kun je verse kruiden, citroenrasp of een scheutje olijfolie toevoegen bij visvarianten zoals zalm, om de smaak wat lichter te maken.

Experimenteer voorzichtig met combinaties, zodat je balans houdt tussen het krokante van de bodem en de smeuïge toppings.

Geniet van de eenvoud

Flammkuchen toont dat je met bescheiden middelen een smaakvol resultaat kunt bereiken. De dunne bodem en eenvoudige toppings geven ruimte voor nuance en variatie, of je nu kiest voor klassiek spek en ui of een versie met flammkuchen zalm. Door te letten op deeg, temperatuur en timing kun je flammkuchen maken die strak, knapperig en vol smaak is.

Recept voor klassieke flammkuchen met zalm

Ingrediënten

Bereiding

  1. Verwarm de oven voor op circa 220 °C.
  2. Rol het flammkuchen deeg uit op een bakplaat bekleed met bakpapier.
  3. Bestrijk het deeg met crème fraîche, laat een smalle rand vrij.
  4. Verdeel de uiringen en kappertjes over de crème fraîche.
  5. Leg de reepjes gerookte zalm over het geheel.
  6. Bak de flammkuchen in de voorverwarmde oven gedurende ongeveer 12 tot 15 minuten, tot de bodem knapperig is en de randen licht goudbruin.
  7. Haal uit de oven, besprenkel met citroensap en rasp wat citroenrasp erover. Strooi dille of fijngehakte bieslook over de flammkuchen met zalm. Snijd in stukken en serveer warm.

Met dit recept kun je een variant maken waarbij de klassieke smaak van flammkuchen gecombineerd wordt met de frisheid van vis. Veel plezier met bakken en proeven!

Bekijk per categorie
Meest gelezen