Rode kool behoort tot de Brassica-familie, net als de groene koolsoorten. De paarse kleur komt door pigmenten die anthocyanen heten; die geven niet alleen kleur, maar dragen ook bij aan antioxidanten in de groente. Omdat rode kool van nature wat stevig is, behoudt hij zijn structuur ook na bereiding, zolang je niet te lang kookt.
Je vindt rode kool het meest in de herfst en winter, al is hij het hele jaar door verkrijgbaar – vers, gesneden of uit de diepvries. Hij past goed in een gevarieerde groente-aanbod.
Wanneer je rode kool gaat bereiden, zijn er een paar basistechnieken die vaak gebruikt worden, koken, stoven, roerbakken of zelfs rauw verwerken. Bij koken snijd je de kool in dunne reepjes, doe je die in een pan met water (en vaak wat zout en azijn) en laat je het geheel 20 tot 30 minuten zachtjes sudderen tot de kool zacht is.
Stoven is een variant waarbij je de kool met weinig vocht op laag vuur laat garen, vaak met smaakmakers en eventueel wat appel erbij om zoet-zuur balans te brengen.
Roerbakken is een kortere methode: hier wordt de kool op hoog vuur kort gebakken, vaak met olie en smaakmakers, zodat hij knapperig blijft.
Rauwe verwerking zie je terug in salades, bijvoorbeeld gesneden of fijngesneden rode kool gemengd met andere groenten, vaak met een dressing van olie, azijn en kruiden.
Als je rode kool gaat maken en je wilt dat hij mooi paars blijft (want soms wordt hij wat doffer van kleur tijdens het koken) kun je een scheutje zuur toevoegen (bijvoorbeeld wat azijn of citroensap).
Je kunt de smaak van rode kool beïnvloeden met specerijen en kruiden. Kruidnagel, laurier en kaneel zijn klassiekers in de bereiding van de gestoofde variant. Jeneverbessen of piment kunnen een extra notige toets geven. Soms voegt men ook nootmuskaat, foelie of zelfs gember toe.
Appel is een geliefde partner van rode kool. Door stukjes appel toe te voegen krijg je een subtiele zoete toets die goed contrasteert met de lichtzure kool. Je kunt ervoor kiezen om de appel vanaf het begin mee te koken of pas op het laatst toe te voegen, als je wilt dat de appel nog wat textuur behoudt.
Verder kun je variëren met toevoegingen zoals rode ui, bessensap of zelfs sinaasappelsap om extra fruitige accenten te geven. Ideeën die buiten de klassieke smaak liggen horen ook tot de mogelijkheden, zoals rode kool in salades met internationale dressing of in ovenschotels.
Snijd de kool fijn en gelijkmatig om te zorgen dat alle stukjes even gaar worden. Verwijder de harde kern zodat je geen taaie delen krijgt. Hou tijdens het koken in de gaten hoeveel vocht er in de pan zit, zodat de kool niet aanbrandt. Gebruik je te weinig vocht, dan kan de bodem te droog worden.
Voeg appel pas later toe als je wilt dat de stukjes appels nog enigszins stevig blijven. Laat de kool zachtjes stoven op een laag vuur en roer af en toe om.
Een extra tip: je kunt rode kool goed invriezen. Na ontdooien behoudt hij vaak nog veel van zijn smaak en textuur.
Hier is een extra gerecht waarin rode kool centraal staat. Dit recept is niet te ingewikkeld en laat zien hoe je rode kool met appel goed tot zijn recht laat komen.
Ingrediënten (voor ongeveer 4 personen):
Bereiding:
Deze bereiding laat goed zien hoe je een balans kunt vinden tussen zoet, zuur en kruidig, en hoe rode kool met appel een vertrouwde, verwarmende smaak geeft.
Rode kool is een groente die met zijn kleur en smaak een eigen karakter heeft. Je hoeft niet veel poespas toe te voegen om er iets moois mee te maken. Door eenvoudige technieken en slimme combinaties (zoals rode kool met appel) kun je rode kool maken tot een smakelijk onderdeel van je maaltijd. De variatiemogelijkheden zijn groot: van klassiek gestoofd tot fris in een salade, van ovenschotel tot roerbak. Gebruik kruiden en specerijen naar je smaak, pas de bereidingstijd aan, en geniet van de subtiele kleur en textuur die rode kool aan je bord geeft.