Oorsprong en geschiedenis

De oudste vermelding van iets dat lijkt op aioli gaat terug tot de Romeinse historicus Plinius de Oudere. Hij beschreef in de eerste eeuw na Christus een saus uit Catalonië waarin knoflook werd vermengd met olie en azijn. Die eenvoudige combinatie is de kern van aioli. In de Middeleeuwen werd het recept verder verspreid rond de Middellandse Zee. In de originele vorm werd knoflook fijngewreven in een vijzel, waarna olijfolie druppelsgewijs werd toegevoegd, soms met wat zout erbij, tot een dikke, bijna stijfklevende smeuïge structuur ontstond.

Daarna ontstonden varianten waarin eidooiers of citroensap werden toegevoegd om de saus makkelijker te binden. Dat lijkt op mayonaise, maar puristen zullen zeggen dat echte aioli die extra ingrediënten niet nodig heeft.

Bereidingswijze en varianten

Traditionele aioli bereid je zonder eieren. Knoflook wordt eerst fijngewreven in een vijzel met een beetje zeezout als schuurmiddel, daarna voeg je langzaam, druppel voor druppel, olijfolie toe. Door constant te blijven roeren ontstaat een emulsie, die dikker wordt naarmate je meer olie toevoegt. Je merkt dat de structuur goed is als de stamper van de vijzel rechtop blijft staan in de saus.


Extra tips:


In de moderne keuken wordt vaak eidooier of citroensap gebruikt om te binden. Daardoor lijkt het meer op knoflookmayonaise. Dat komt vooral doordat bij eiergebruik de saus romiger en geler wordt én minder intens naar knoflook smaakt.

Waar je aioli bij kunt eten

Aioli past bij heel wat gerechten. In Catalonië en Spanje serveer je het vaak met vis, schaal- en schelpdieren, gegrilde groenten, paella, arròs a banda of zwarte rijst, of zelfs bij patatas bravas. Het wordt ook op tafel gezet bij diverse tapas of als dip voor brood.

In de Provençaalse keuken bestaat zelfs een geheel gerecht rondom aioli. “Le grand aïoli” bevat verschillende gekookte groenten, vis (zoals gezouten kabeljauw), hardgekookt ei en soms zelfs escargots, alles geserveerd met aioli.

Aioli verschijnt ook bij bepaalde vissoepen, zoals de Provençaalse bourride, of bij stoofpotjes met vis en croutons.

Waarom aioli blijft staan

Aioli combineert puristische eenvoud met een uitgesproken smaak. De bereidingswijze vraagt geduld, vooral als je zonder eieren werkt, en dat maakt het tegelijkertijd interessant om zelf te maken. De sterke knoflooksmaak blijft aanwezig doordat je weinig tot geen andere ingrediënten gebruikt. Tegelijk is het flexibel: je kunt basis aioli zo puur of juist wat milder maken door citroen, eidooier of specerijen toe te voegen.

Aioli laat zien hoe een eenvoudige saus al eeuwen meegaat, zich aanpast en toch herkenbaar blijft. Hij past bij feesten net zo goed als bij een simpele maaltijd met een duidelijke smaak.


Extra recept waarin aioli centraal staat

Ingrediënten

Bereiding

  1. Gebruik een vijzel en stamper om de knoflook samen met het zout fijn te wrijven tot een gladde pasta.
  2. Begin met het heel langzaam druppelen van de olijfolie terwijl je blijft roeren. Het mengsel moet geleidelijk een dikke, glazige emulsie worden. Zie je dat het stabiel is, dan kun je wat sneller olie toevoegen.
  3. Proef en voeg eventueel enkele drupjes citroensap en een beetje peper toe om de saus iets lichter te maken.
  4. Serveer aioli op kamertemperatuur, bijvoorbeeld bij gegrilde groenten, vis of gewoon met brood en rauwkost.

Met dit recept komt aioli helemaal tot zijn recht: je proeft de pure smaak, zonder toeters of bellen.

Bekijk per categorie
Meest gelezen